De Frans Maas History

Francis Johan Hubert (Frans) Maas (Venlo, 10 maart 1863 – Roermond, 12 december 1932) is oprichter van Expeditiebedrijf Frans Maas BV dat later uitgroeide tot Koninklijke Frans Maas Groep NV, gevestigd in Venlo en dat in 2006 werd overgenomen door het Deense logistieke concern DFDS Transport, daarna genaamd DSV.

Frans Maas was de zoon van koopman Willem Maas (1832-1892) en Clara Dorothea Veroliemeulen (1833-1909). Hij was getrouwd met Johanna Elizabeth Hubertine (Elise) Peters en had tien kinderen. De familie Maas was oorspronkelijk afkomstig uit Echt en omgeving.

Venlo
Vanaf 1870 werden de vestingwerken van Venlo gesloopt en mocht in het gebied rond de vesting (de ‘bantuin’) worden gebouwd. Al snel vestigden zich hier Venlose tuinders. In de tijd van de vesting hadden zij kleine percelen, omgeven door heggen, en woonden ze zelf in de binnenstad. Hoewel Venlo een kleine stad was en nauwelijks een afzetgebied vormde, vonden Venlose tuinders uitbreiding van hun areaal toch aantrekkelijk. Vlak over de grens was namelijk een grote afzetmarkt voor hun producten. Vanaf 1870 maakte het nabije Duitsland een stormachtige ontwikkeling door. Steden als Viersen, Gladbach en Krefeld groeiden explosief en waren vanuit Venlo redelijk bereikbaar.

De tuinbouw in het Duitse gebied tussen Maas en Rijn kwam niet, of pas veel later, tot ontwikkeling kwam. De oorzaak hiervan ligt vermoedelijk in het feit dat daar grotere oppervlakten ter beschikking waren die geschikt waren voor akkerbouw. De kleinschalige tuinbouw rond Venlo kon veel beter ‘fijne groenten’ leveren. Hoe het ook zij, rondom Venlo ontwikkelde zich een tuinbouwareaal, vrijwel helemaal gericht op export naar Duitsland. Oorspronkelijk werden de groenten opgekocht door Duitse handelaren die naar Venlo kwamen, maar al snel ontdekten de tuinders dat ze een betere prijs kregen als ze zelf naar de markten gingen. Omdat dat echter een tijdrovende bezigheid was ontwikkelde zich al snel het beroep van ‘uitvaarder’: mannen die voor zichzelf en voor anderen met honden- en paardenkarren de grens over trokken om op de naburige Duitse markten hun producten te verkopen. In 1870 bedroeg de uitvoer van groenten vanuit Venlo al 2000 ton. Het succes van de tuinbouw in de bantuin leidde ertoe dat ook de gemengde bedrijven in de omliggende dorpen geleidelijk overschakelden op de teelt van tuinbouwproducten.

Uitvaarders en het Casino
Een van die uitvaarders was Frans Maas. Net als zijn vader had hij een tuindersbedrijf en een herberg die een trefpunt was voor groentehandelaren: Café Maas aan de Keulsepoort, op de plaats van het latere Stationshotel, tegenover het huidige Limburgs Museum.

Een van de belangrijkste succesfactoren van de Venlose tuinbouw lag in de organisatie van de export. ‘Wandelleraar’ F.R. Corten begon rond 1870, in opdracht van de Limburgse Maatschappij van Landbouw, in heel Limburg met het oprichten van plaatselijke aan- en verkoopverenigingen, naar Duits voorbeeld. Ze werden Casino genoemd, net als in Duitsland. In 1870 waren er negen, in 1872 al 48. In 1871 werden casino’s opgericht in Arcen, Baarlo, Tegelen en Velden, een jaar later in Blerick. In Venlo kwam het Tuin- en Landbouwcasino pas tot stand in 1883 (niet te verwarren met de Sociëteit Casino aan de Kaldenkerkerweg).

Doordat de tuinders nu hun producten samen gingen aanbieden werd groupage mogelijk: het combineren van kleine partijen tot grote vrachten, en daarmee het vervoer per spoor. Al in 1866 kreeg Venlo een spoorverbinding met het Duitse achterland, met de lijn naar Viersen, Gladbach en Keulen, in 1874 gevolgd door de lijn naar Straelen, Geldern en Wesel. Het Casino ging het vervoer voor de leden regelen. Vanaf 1885 stelde het een vaste expediteur aan. Dat werd Frans Maas, toen al een van de grootste uitvaarders. Zijn vak was het groeperen van vrachten van meerdere partijen tot wagonladingen. Hij zorgde onder meer voor belading en verpakking van de groenten, betaling en incasso van de vrachtkosten en het lossen op de eindbestemming. In Essen, Duisburg, Keulen stonden voerlui klaar om de groenten naar de markten te brengen. In 1892 verlaadde Frans Maas al 7000 ton verse groenten.Bestuur van het Landbouwcasino in Venlo: staand v.l.n.r.: Frans Maas; Johan Haanen; P.Hendrikx; J. Brouwers; M.Geominy en Thei van Leipzig. Zittend v.l.n.r. J. Christis; Jos (Casje) Lamberts; Piet Lamers; Gerard Stikkelbroeck en Mathijs Donders.

Na zijn aanstelling bij het Casino splitste Frans Maas zijn expeditiebedrijf af van het café. Daarmee was Expeditiebedrijf Frans Maas een feit. Zijn vader zette het café voort. Na diens overlijden in 1892 nam Frans ook daar de leiding.        

Het Casino was geen veiling, maar een aan- en verkoopvereniging. De prijsvorming vond plaats door onderhandelingen op de markt, of door vaste prijsafspraken. De aankoopfunctie werd later voortgezet door de afdelingen van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB), terwijl de verkoopfunctie werd overgenomen door de veiling. De Venlose Veilingsvereniging werd opgericht in 1908. Ze werd het jaar daarop al klant bij Frans Maas. Dat zijn broer Wiel directeur van de veiling was zal hebben geholpen. De positie van Frans Maas als dé expediteur van Venlo werd daarmee aanzienlijk verstevigd.De Keulsepoort in Venlo rond 1900; de spoorwegovergang “Köln – Mindener Bahn”. Links: het café “Frans Maas”

Schoonzoon neemt over
Met zijn aanstaande schoonzoon Sjang Ebus kreeg Frans er in 1915 een werkkracht bij in het bedrijf. Hij regelde daarna niet meer alleen het vervoer naar de Duitse markten, maar nam de tuinders ook het transport van de veiling naar het station uit handen. Daarvoor werden paard en wagen ingezet. Dochter Elisa trouwde op 31 mei 1920 met Sjang. Toen die in 1923 de onderneming overnam, had het gemotoriseerd transport zijn intrede gedaan.

Vrachtwagens
Expeditiebedrijf Frans Maas beschikte spoedig over meerdere vrachtwagens, die niet alleen de paardenkarren maar ook de treinen als transportmiddel overbodig maakten. Zij konden immers de tuinbouwproducten vanaf de veiling rechtstreeks naar de markten brengen, terwijl eerder steeds vervoer van de veiling naar het station en van het station naar de markt geregeld moest worden. De vrachtwagens boden bovendien de mogelijkheid om bij andere veilingen in het land tuinbouwproducten op te halen. In 1928 verplaatste Sjang het bedrijf naar de Sloterbeekstraat in Venlo-Zuid, tegenover de laad- en losplaats van de spoorwegen. Tot die tijd werd het bedrijf vanuit het café aan de Keulsepoort gevoerd.

Expeditiebedrijf Frans Maas benutte al die mogelijkheden en groeide zo in de periode tussen de twee wereldoorlogen uit tot een van de belangrijkste Nederlandse vervoerders van groenten en fruit.

De grondlegger en naamgever van het bedrijf overleed ‘na een langdurig, met geduld gedragen lijden’ op 12 december 1932 op 69-jarige leeftijd in het Sint-Laurentiusziekenhuis te Roermond. Hij werd op 14 december in Venlo begraven.

De zonen van Sjang en Elisa, Paul en Frans, hebben het bedrijf tot grote bloei gebracht. Het bedrijf is in 1985 verkocht aan de Nationale Investeringsbank ter voorbereiding van de beursgang in datzelfde jaar. Het succes van Frans Maas en de Venlose tuinbouw stond aan de basis van de omvangrijke en succesvolle logistieke sector in Venlo.